Het toezicht op de naleving van die taalwetgeving door de lokale besturen ligt in handen van de Brusselse vicegouverneur. Uit zijn verslag van 2021 blijkt dat nooit eerder zo veel schorsingsbesluiten werden uitgevaardigd. Bij de OCMW’s ging het om 1.332 van 2.141 of bijna twee op de drie aanstellingen, een stijging met 6,6% in vergelijking met 2020. Slechts 6,2% van de contractuele aanstellingen bij de OCMW’s voldeden aan de taalwetgeving. “Maar eigenlijk kennen we de ware grootte van het probleem niet”, zegt Verstraeten. “Sommige gemeenten weigeren ondanks herhaald aandringen om de vicegouverneur volledig op de hoogte te houden van de benoemingen, ook wat betreft de verplichte pariteit Nederlands-Frans op leidinggevend niveau. Zo heeft Sint-Lambrechts-Woluwe sinds 2019 geen enkele benoeming voor het OCMW doorgegeven. In 2021 waren de leidinggevende functies in slechts 5 van de 19 OCMW’s paritair ingevuld, in 2010 was dat nog het geval in 12 OCMW’s.”
Na zo’n schorsingsbeslissing is het aan de Brusselse hoofdstedelijke regering om de aanwerving te vernietigen. Dit gebeurt evenwel nooit, laat staan dat het rapport van de vicegouverneur wordt besproken binnen de regering. “Dit probleem interesseert het College niet. De redenering van collegelid Maron is eenvoudig: er zijn geen officiële klachten, dus er is geen probleem. Hij of de rest van het Verenigd College reageert zelfs niet op brieven van Vlaams Brusselminister Dalle die al meermaals verzocht om de taalkwesties te bespreken. De oproep van de Vlaamse regering om samen met Brussel een coherente en globale aanpak uit te werken, waarvoor ook federaal Binnenlandminister Verlinden interesse toonde, valt bij de Brusselse regering in dovemansoren. Er komt geen reactie. Dat is manifeste onwil. Het is tekenend dat in het Geïntegreerd Welzijns- en Gezondheidsplan, dat zogezegd een handleiding is voor het beleid in de komende jaren, geen aandacht is voor het gebrek aan tweetalige dienstverlening bij de OCMW’s. Ik kan alleen maar besluiten dat we niet snel enige vorm van verbetering kunnen verwachten.”
“De Vlaamse Gemeenschap doet wat ze kan. Er is een vernieuwd en versterkt aanbod van het Huis van het Nederlands om het personeel van de gemeenten en OCMW’s (beter) Nederlands te leren. Er zijn verkennende gesprekken geweest met vijf OCMW’s, maar alleen in Sint-Gillis heeft dit effectief geleid tot een samenwerking. Ook bij de gemeenten is er dus geen interesse om de problemen werkelijk aan te pakken. De Nederlandstalige Brusselaar, of die nu een moedertaalspreker is of Nederlands heeft geleerd als tweede of derde taal, en die beroep moet doen op het OCMW is het slachtoffer.”