In de Commissie Gezondheid is donderdag gestemd over de toevoeging van een wettelijke basis van de inburgeringsordonnantie waardoor de gemeenten, de onthaalbureaus en de nieuwkomers zelf via de ontwikkelde digitale applicatie het dossier van de nieuwkomers kunnen opvolgen. Voor Verstraeten is het tekenend dat dit nu nog moet gebeuren. “De traagheid waarmee dit dossier vordert, is ongelofelijk. Op dit tempo is de kans klein dat de verplichte inburgering er nog deze legislatuur komt. Minister Maron benadrukt de vlotte samenwerking met de gemeenten en heeft de mond vol van info- en opleidingssessies, maar bij het gemeentebestuur van Anderlecht -dat deel uitmaakt van de werkgroepen- hoor ik dat er nog heel veel onduidelijkheid is rond de administratieve en praktische invulling van de verplichte inburgering.”
Inburgering helpt nieuwkomers om zelfredzaam te worden
Wat het zoveelste uitstel van de invoering betreft, is Verstraeten kritisch: “De gezondheidscrisis heeft duidelijk gemaakt dat een aanzienlijk deel van de Brusselaars geen toegang vindt tot cruciale diensten zoals een huisdokter of het OCMW en amper vertrouwen heeft in de overheden wat vaccinatie betreft bijvoorbeeld. Tegelijkertijd blijft de armoede in Brussel stijgen en is de arbeidsmarktparticipatie van nieuwkomers in Brussel lamentabel laag. Inburgering helpt nieuwkomers om zelfredzaam te worden en sneller een nieuw leven te beginnen en om banden met het systeem op te bouwen. Dat de minister de invoering van de verplichting al zo lang laat aanslepen, is onaanvaardbaar en blijft niet zonder gevolgen.”